Dat ligt eraan wat voor bedrijfspand je verhuurt. Als je verhuurt aan een middenstander, bijvoorbeeld voor een winkel of café, kun je de huur niet zomaar opzeggen. Je moet je kunnen beroepen op een opzeggingsgrond die in de wet is opgenomen. De huurder moet de opzegging bovendien al 1 jaar vóór het verstrijken van de huurovereenkomst ontvangen. Is de huurder het niet eens met de opzegging, dan kan hij dit voorleggen aan de kantonrechter. Die oordeelt dan of de opzeggingsgrond zwaar genoeg weegt.
Voor andere soorten bedrijfspanden – zoals een kantoor of bedrijfshal – is het eenvoudiger om een huurovereenkomst te beëindigen. In principe eindigt de huurovereenkomst na het verstrijken van de vastgestelde termijn. Is de overeenkomst voor onbepaalde tijd? Dan is de opzegtermijn minimaal één maand, maar je kunt daar ook andere afspraken over maken. Het is niet nodig om de opzeggingsgrond te vermelden. Na het ontvangen van de opzegging heeft de huurder twee maanden om het pand te verlaten. Eventueel kan hij de kantonrechter om meer tijd vragen: tot één jaar. Deze ontruimingstermijn kan daarna nog tweemaal verlengd worden met telkens een jaar.